Licht van hoop

Maar op U, hoop ik; U zult verhoren, Heere, mijn God.
Psalm 38: 16

Donkere luchten?
In deze tijd van het jaar kan de lucht zomaar ineens betrekken. Donkere wolken trekken zich samen boven het land. Het heeft iets beangstigends, de donderwolken die hun regen uitpersen, en het bulderen van de donder. Met zulk weer wil je niet buiten zijn. Dan zoek je een plaats om te schuilen. Doe je in je huis de lichten aan. Wachtend en verlangend dat de zon door die donkere wolken heen zal breken.

Psalm 38 is een heel ernstige psalm. Je zou kunnen zeggen dat de donkere wolken zich samenpakken. David, de psalmist heeft alles tegen. Hij is ziek. Hij zegt dat er niets gezonds aan zijn lichaam is. Hij spreekt van stinkende wonden die vervuild zijn. Hij is krom geworden. Daarnaast hebben zijn vrienden hem laten vallen. Mijn geliefden en vrienden staan afzijdig. Ze staan zelfs van verre. Verder zijn er die David naar het leven staan, zijn onheil zoeken en schadelijk van hem spreken.

Wie deze psalm op zich laat inwerken ziet de Heere Jezus Christus voor zich. De Man van smarten, geslagen en verwond. Hij werd door zijn vrienden verlaten, overgeleverd en verraden. Hij werd gekruisigd en begraven. Donkere wolken trokken zich samen boven het kruis op Golgotha. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?

In psalm 38 lijkt het ook alsof David door God verlaten is. Hij lijkt ver weg. De oorzaak hiervan ligt niet bij de Heere maar die ligt bij David zelf. David heeft het er zelf naar gemaakt. Het is vanwege zijn zonden. Hij zegt; mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd. Ze zijn hem als een zware last te zwaar geworden. Hij gaat er gebukt onder.

Herkennen we hier nog iets van? Dat onze ongerechtigheden ons te zwaar zijn, dat het een last is waaronder we gebukt gaan? Wat wordt er tegenwoordig makkelijk over de zonde heengestapt. Alsof het gaat om een foutje dat je kan wegwuiven en zomaar vergeten. David kent zijn hart. Kennen wij ons hart nog wel? Of kan het zijn dat we alleen naar de mooie kanten kijken?

David ligt met zichzelf overhoop. Hij worstelt, wat is de lucht in deze psalm zwaar bewolkt. Alsof er geen uitkomst meer is.

Lichtstralen
Toch breekt in deze psalm bij David de zon door. Maar op U hoop ik. Zijn hopen is geen twijfelachtig afwachten, kijken of het wel zo is. Nee, Bijbelse hoop gaat om zekerheid. David weet zeker dat de Heere hem zal verhoren. Al is er dreiging van vijanden. Al zou hij wankelen en al dreigt hij te struikelen. In zijn smart met zijn ongerechtigheden en zonde voor ogen vlucht hij tot de Heere.

In Hem ligt zijn hoop. Kom spoedig te hulp, Heere, mijn heil! David ziet uit naar de zonnestralen die door het donkere wolkendek heen breken. Ook hier mogen we zien op de Heere Jezus Christus. Hij is het Licht der wereld. Naar deze donkere wereld afgedaald om zondaren zalig te maken. Om redding te schenken en ons te trekken vanuit het duister in Zijn wonderbaar licht.

Hij heeft de vorst der duisternis overwonnen. Daarvoor heeft Hij geleden en is Hij gekruisigd, door God de Vader verlaten en nedergedaald ter helle. Hij heeft het uitgeroepen; het is volbracht. Hij is het Licht der wereld dat ook in ons donkere leven wil doorbreken.

Wij mogen net als David onze zonden in gebed bij de Heere brengen en het van Hem verwachten. Verwachten dat Hij met Zijn wonderbaar Licht in onze donkere harten wil doorbreken. Stel uw hoop op de Heere uw God. Dan zal de zon van Zijn genade u verlichten. Bidt Hem er maar om. Dan zal Hij verhoring schenken.

Ds. M.J. van Keulen

Laat een reactie achter